Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gijlieden hebt gezien, wat Ik den Egyptenaren gedaan heb; [8]hoe Ik u op vleugelen der arenden gedragen en u [9]tot Mij gebracht hebt. 8. Hij wil zeggen: gelijk een arend zijn jongen op zijn rug draagt, alzo heb Ik ulieden haastiglijk en zekerlijk uit Egypteland gedragen; zie Deut.32:11. 9. Dat is, tot de plaats mijner tegenwoordigheid en gelegenheid, waar gij Mij kondt dienen.